Mei 2022

Doelstelling en werkwijze

De basis voor het internationaal MVO-convenant voor maatschap­pelijk verantwoord beleggen in de verzekeringssector ligt in de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen (hierna: OESO-richtlijnen) en de United Nations Guiding Principles on Business and Human Rights (UNGP’s). Binnen een looptijd van vijf jaar werken de partijen van het convenant aan diverse doelstellingen rond thema’s op het gebied van milieu, sociale omstandigheden en goed ondernemingsbestuur (de zogenoemde ESG-thema’s). Deze partijen bestaan uit het Verbond van Verzekeraars, Zorgverzekeraars Nederland, de ministeries van Buitenlandse Zaken en Financiën en ngo’s Amnesty International, Natuur&Milieu, Oxfam Novib, PAX, Save the Children Nederland, World Animal Protection. De handtekening van de brancheverenigingen betekent dat het convenant bindend is voor hun leden, die gezamenlijk 99 procent van het belegd vermogen in de sector vertegenwoordigen.


Het convenant heeft als voornaamste doel het zoveel mogelijk voorkomen, verminderen en zo nodig herstellen van negatieve maatschappelijke gevolgen van beleggingen door verzekeraars. Naast dit ‘do no harm’-principe richten partijen zich ook op het realiseren van positieve impact, oftewel ‘do good’. Centraal hierbij staat de uitvoering van due diligence (gepaste zorgvuldigheid) rond de ESG-thema’s. Dit proces begint bij het opstellen van ESG-beleid, waarna er in de beleggingsportefeuille specifieke aandacht wordt besteed aan het indentificeren van (mogelijke) risico’s: beleggingen die een negatieve impact kunnen hebben voor mens, dier, milieu of bestuur. Aan de hand van deze analyse kunnen verzekeraars maatregelen treffen waarna de effectiviteit van de ondernomen acties wordt bijgehouden en beoordeeld.


De overheid en de ngo’s werken samen met de verzekeringssector om het convenant te implemen­teren. De internationale MVO-convenanten zijn onderdeel van het bredere internationaal MVO-beleid van de overheid. Daarnaast zet de overheid zich (internationaal) in voor economische MVO-diplomatie, bijvoorbeeld tijdens handelsmissies, en het benutten van kennis van ambassades over lokale omstandigheden. De bijdrage van de ngo’s met hun vakspecifieke kennis en expertise in diverse ESG-thema’s is waardevol in het realiseren van de doelstellingen. Bovendien komen de ngo’s op voor maatschappelijke belangen op specifieke onderwerpen. Naast deze afgestemde rollen, levert elke geleding ook de voorzitters voor de werkgroepen. De partijen trekken gezamenlijk op in de uitvoering van de convenantsafspraken.