Samenwerking
Samenwerking is noodzakelijk om wereldwijd aandacht te krijgen voor mensenrechten, arbeidsomstandigheden, dierenwelzijn en milieu.
Het convenant heeft vanaf het begin ingezet op gezamenlijke initiatieven, collectieve projecten en het delen van kennis en ervaring. Samenwerking is noodzakelijk om wereldwijd aandacht te krijgen voor mensenrechten, arbeidsomstandigheden, dierenwelzijn en milieu. Daar dragen ook de steunbetuigers aan bij.
Steun van financiële sector
Een grote groep investeringsmaatschappijen ondertekende in juli 2018 een statement om steun te betuigen aan het convenant, de Duitse Textilbündnis en de Sustainable Apparel Coalition (SAC). In het statement benadrukken zij het belang van de naleving van de OESO-richtlijnen en het gelijktrekken van nationale initiatieven, met als doel een gelijk speelveld te creëren voor bedrijven die aan duurzaamheid werken.
Signaleren via productielocatielijst
Een belangrijk gezamenlijk instrument om risico’s aan te pakken, is de lijst met productielocaties. Deze lijst bevat inmiddels 4268 locaties. Als vakbonden, maatschappelijke organisaties (ngo’s) of andere partijen signaleren dat er op een bepaalde productielocatie problemen zijn, kunnen zij de betrokken bedrijven via het secretariaat op de hoogte stellen van die problemen. Dat is in 2018 een aantal keer gebeurd. Bekijk hier een overzicht van deze zaken in 2018. Daarnaast komt het voor dat bedrijven hulp inroepen van stakeholders als zij problemen signaleren. Ook neemt het secretariaat naar aanleiding van berichten in de media geregeld contact op met ondertekenaars.
Leefbaar loon en sociale dialoog
Samenwerking vraagt om collectieve projecten waarin deelnemers kennis en ervaring delen, bijvoorbeeld rond de centrale thema’s leefbaar loon en sociale dialoog. Vooruitgang op deze thema’s heeft een positief effect op alle andere thema’s die in de keten spelen. In 2018 is er een collectief project gestart rond leefbaar loon, sociale dialoog en duurzame inkooppraktijken. Lees hier meer over dat project. Waar mogelijk wordt internationale samenwerking gezocht. Zijn er trainingen voorbereid, die bedrijven in 2019 verplicht zijn te volgen. Bij de voorbereiding zijn de overheid, ngo’s, vakbonden, steunbetuigers en internationale organisaties betrokken.
Kinderarbeid
Het collectieve project ‘Combatting child labour in garment supply chains’, gesteund door het Fonds Bestrijding Kinderarbeid, heeft als doel kinderarbeid tegen te gaan. Lees hier meer over dat project. In dit kader hebben een aantal bedrijven en maatschappelijke organisaties in september 2018 een oriëntatieweek gehad in Zuid-India en Centraal-Bangladesh om gezamenlijk te bekijken hoe we de situatie kunnen verbeteren op de werkvloer in fabrieken en spinnerijen. Het project werkt samen met lokale ngo’s. Zij organiseren onder meer trainingsprogramma’s in spinnerijen en fabrieken.
Andere activiteiten
Vrijheid van vereniging en gezamenlijk onderhandelen zijn fundamentele mensenrechten. Toch zijn deze rechten in veel landen geen gemeengoed. Daarom hebben de vakbonden een vragenlijst opgesteld die bedrijven kunnen gebruiken om met de leiding van een fabriek in gesprek te gaan over deze onderwerpen. Op het gebied van dierenwelzijn is een rapport verschenen. Ook zijn er trainingen en bijeenkomsten georganiseerd over diverse thema’s binnen het convenant.
Vier Voeters:
‘Aandacht voor dierenwelzijn neemt toe’
Steeds meer bedrijven die textiel van dierlijke oorsprong gebruiken, willen het dierenwelzijn tijdens de productie verbeteren. Vier Voeters helpt hen daarbij.
Rekening houden met dierenwelzijn is een relatief nieuw onderwerp voor kleding- en textielbedrijven.
‘De laatste jaren is steeds duidelijker geworden dat ook dieren vaak onnodig lijden voor de productie van mode’, zegt Lonneke Bakker van dierenwelzijnsorganisatie Vier Voeters. ‘Een aantal schandalen is wereldwijd nieuws geweest, zoals de levend geplukte angorakonijntjes in China. Daardoor stellen consumenten steeds vaker kritische vragen aan kledingbedrijven.’
In 2018 bracht het convenant een rapport uit over de big five: leer, wol, bont, dons en zijde. Het rapport geeft een overzicht waar en hoe deze materialen worden geproduceerd en wat de risico’s zijn. Bakker: ‘Wij helpen bedrijven een visie te ontwikkelen op het gebruik van deze materialen: wat vind je wel of niet acceptabel? Vervolgens kan het bedrijf daar beleid op maken, bijvoorbeeld door niet-dierlijke of gecertificeerde alternatieven te gebruiken.’
Dierenwelzijn speelt zich vaak zo diep in de keten af dat er volgens Bakker moeilijk grip op is te krijgen. ‘Voor sommige producten bestaan certificaten of keurmerken. Daarmee kun je bepaalde grote risico’s uitsluiten, maar voor leer bijvoorbeeld nog niet. Bovendien zijn productieketens vaak zeer complex. Het begint allemaal met bewustwording en ontsluiting van kennis. Het convenant maakt deze kennis beschikbaar. Als bedrijven goed geïnformeerd zijn, kunnen ze bewuste keuzes maken en die aan hun klanten uitleggen.’ ■
Vakbonden maken vragenlijst voor inkopers
‘Doorvragen geeft een beter beeld’
Hoe kom je erachter hoe het écht zit met de vakbondsvrijheid en arbeidsvoorwaarden bij de leverancier waarmee je samenwerkt? CNV en FNV ontwikkelden voor bedrijven een vragenlijst om stevig door te vragen.
Is er vakbondsvrijheid in uw bedrijf?
’Die vraag kan een leverancier met ‘ja’ beantwoorden. Maar hoe kom je erachter of dat werkelijk zo is en hoe die vakbondsvrijheid wordt ingevuld? Vakbonden CNV en FNV merkten dat veel modebedrijven met die vraag worstelen. Ze maakten daarom een vragenlijst die inkopers kunnen gebruiken bij hun gesprekken met leveranciers.
‘Met deze tool willen we modemerken helpen om dieper in te gaan op vakbondsvrijheid en de sociale dialoog binnen een bedrijf’, zegt Hanneke Smits, regiocoördinator Azië van CNV Internationaal. ‘Over de vrijheid van vakvereniging stellen we bijvoorbeeld negen aanvullende vragen, zoals: brengt uw bedrijf werknemers op de hoogte van hun rechten over de vrijheid van vakvereniging?’
In totaal telt de lijst zo’n veertig vragen over het beleid van de fabriek, de cao’s en de manier waarop de sociale dialoog is georganiseerd. Smits: ‘Het blijft complex om te achterhalen hoe sociale dialoog en vakbondsvrijheid in de praktijk functioneren, maar we hopen dat bedrijven hierdoor toch een beter beeld van de werkelijke situatie in de fabriek krijgen.’
De vragenlijst staat sinds medio 2018 op de website van het convenant. Smits heeft al van diverse bedrijven positieve reacties gekregen. ‘We gebruiken de feedback van bedrijven om de vragen verder te verbeteren.’
‘We have more influence on the working conditions and labor rights here in Cambodia, because of the agreements made in the Netherlands with Dutch garment brands. Through our partner organization CNV Internationaal, we can give a signal to Dutch brands if they buy products from a factory that is not complying with the labor law or that work with infeasible piece rates.’Ath Thorn, president of garment federation C.CAWDU from Cambodia
Middagje speeddaten met convenantdeelnemers
Kleding- en textielbedrijven weten steeds beter de weg te vinden naar ngo’s, vakbonden en overheid om samen in actie te komen voor een eerlijker textielketen. Mede dankzij de speeddate-bijeenkomst die brancheorganisatie Modint in november 2018 organiseerde.
‘Het was een kippenhok, de speeddates tussen vertegenwoordigers van textielbedrijven, ngo’s, vakbonden en overheid. Mensen kwamen tijd te kort en maakten enthousiast vervolgafspraken.’ Nienke Steen, MVO-manager bij Modint, kijkt tevreden terug op de speeddate-bijeenkomst van november. Naast zo’n dertig bedrijven uit de achterban van Modint waren ook vertegenwoordigers van de overheid, de vakbonden FNV en CNV, en ngo’s als Unicef, Solidaridad, Vier Voeters en Arisa aanwezig.
‘Het convenant wil bedrijven koppelen aan organisaties die kennis hebben op het gebied van bijvoorbeeld arbeidsomstandigheden, vrijheid van vakvereniging en milieu. Vanouds zit er een spanning in die relatie, want ngo’s en vakbonden vinden dat het bedrijfsleven een grotere rol moet spelen in het verbeteren van omstandigheden in bepaalde regio’s. In het convenant is de afspraak gemaakt om elkaar opbouwend te helpen en in een veilige sfeer samen op te trekken. Die positieve opstelling zag je duidelijk terug tijdens de speeddates.’
De vakbonden en ngo’s lieten in korte pitches zien wat zij met hun kennis en contacten voor bedrijven kunnen betekenen. Daarna werden de gesprekken in kleinere setting voortgezet. ‘Voor deelnemers was dit een laagdrempelige en plezierige manier om elkaar te vinden. De bedoeling is dat er collectieve projecten worden opgezet waarin bedrijven, vakbonden, ngo’s en overheid samenwerken. Deze bijeenkomst is een stimulans geweest om zulke projecten op te pakken.’
Tijdens de bijeenkomst werd ook de Due Diligence-tool gepresenteerd. De tool laat zien welke ngo’s en vakbonden zich in welke regio bezighouden met welk onderwerp.
Frans Bruin, directeur Yongo Europe:
‘Kiezen tussen weggaan of blijven’
In ons due diligence-proces ontdekten wij dat onze fabrikant in Indonesië de werknemers onder het minimumloon betaalt. Het probleem is dat hij 10 procent voor de export produceert en 90 procent voor de binnenlandse markt. Als hij al zijn medewerkers het minimumloon gaat betalen, is hij niet meer concurrerend op de binnenlandse markt en moet hij de fabriek sluiten. Dan staan zo’n vijftig medewerkers op straat.
Dat stelde ons voor een dilemma: weggaan of blijven? Wij zijn dit met anderen gaan bespreken: het convenantsecretariaat, het Business Social Compliance Initiative (BSCI) en Solidaridad. Uiteindelijk kwamen we uit bij het CNV. Het CVN heeft relaties met lokale vakbonden en gaat samen met hen in gesprek met de fabrikant over de opties om het probleem op te lossen. Ik hoop dat we hier goed uitkomen.
Wij hebben er veel aan gehad om de samenwerking met andere partijen te zoeken. Ik hoop dat bedrijven die tegen soortgelijke problemen aanlopen, hetzelfde doen: het probleem aangaan en samenwerken. Dit is waarvoor we het convenant hebben ondertekend.’
Interview, Diewertje Heijl:
'Bedrijven verbreden blik tijdens werkbezoek Zuid-India en Bangladesh'
Voor het project bestrijding kinderarbeid in productieketens is in India en Bangladesh een werkbezoek afgelegd door de deelnemende partijen. Voor Bangladesh zijn Hunkemoller en CoolInvestments samen met UNICEF, FLA en Hivos. En in India hebben O’Neill Europe, Prenatal, WE Fashion en Miss Etam samen met Arisa, FLA en Hivos een bezoek gebracht.
Wij wilden de vertegenwoordigers van de deelnemende bedrijven een bredere kijk op de textielsector geven’, zegt Diewertje Heyl van Arisa. ‘Ze hebben niet alleen met hun eigen leveranciers gesproken, maar ook met vertegenwoordigers van de overheid en met mensen van SAVE. Dat is een maatschappelijke organisatie waarmee wij al twintig jaar samenwerken in Zuid-India. Een breder beeld maakt de werkelijkheid vaak ook complexer. Hoe krijg je zicht op de toeleveranciers van jouw leverancier? En op de risico’s van kinderarbeid en gedwongen arbeid in de keten? Hoe ga je in gesprek met leveranciers over kinderarbeid? Dat zijn ingewikkelde vragen.’
Het bezoek was het startsein voor de lokale activiteiten van het project: SAVE gaat trainingen geven aan de leveranciers van de vier bedrijven, zowel op managementniveau als op werknemersniveau. De trainingen gaan over het voorkomen van kinderarbeid en gedwongen arbeid, arbeidsomstandigheden, seksuele intimidatie en gezondheid en veiligheid.
Heyl: ‘De ene leverancier staat daar meer voor open dan de andere. Per leverancier bekijken we wat we kunnen bereiken.’ De delegatie had tijdens het werkbezoek ook een ontmoeting met een producent die de trainingen van SAVE al had gevolgd. ‘Hij vertelde dat er samen met SAVE al veel is bereikt in deze regio, maar dat er ook nog veel moet gebeuren, met name om de positie van kwetsbare jonge meisjes te verbeteren.’
Gelijktijdig is in Bangladesh CCR CSR, UNICEF’s lokale partner, gestart met de implementatie van het UNICEF’s Better Bussiness for Children programma. Een 6-staps programma specifiek ontworpen om op duurzame wijze positieve impact van bedrijven op het leven van kinderen te vergroten en de negatieve te ondervangen, waarbij management en medewerkers uit alle lagen van de organisatie actief betrokken worden. Dit programma is gericht op het bouwen van kennis en capaciteit, en het demonstreren van resultaten om vervolgens deze aanpak op te schalen in globale waardeketens.
Vier Voeters, Lonneke Bakker:
‘Aandacht voor dierenwelzijn neemt toe’
LEES VERDER ›
Vakbonden maken vragenlijst voor inkopers :
‘Doorvragen geeft een beter beeld’
LEES VERDER ›
Interview, Nienke Steen:
‘Speeddate sessies over samenwerking’
LEES VERDER ›
Frans Bruin, directeur Yongo Europe:
‘Kiezen tussen weggaan of blijven’
LEES VERDER ›
Interview, Diewertje Heijl:
'Bedrijven verbreden blik tijdens werkbezoek Zuid-India en Bangladesh'
LEES VERDER ›