Jaarrapportage 2021

April 2022

Doelstellingen

Het Convenant Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Beleggen Pensioenfondsen (Convenant IMVB Pensioenfondsen) is op 20 december 2018 ondertekend door 73 pensioenfondsen, de Pensioenfederatie, 6 ngo’s, 3 vakbonden en 3 ministeries. Het aantal deelnemende pensioenfondsen is de afgelopen periode verder gestegen van 82 naar 84. En dat terwijl het totale aantal pensioenfondsen in die periode door fusies is gedaald. De deelnemende pensioenfondsen vertegenwoordigen samen 94 procent (1.600 miljard euro) van het totale door Nederlandse pensioenfondsen belegd vermogen.

Het doel van het convenant is om de negatieve gevolgen van beleggingen op samenleving en milieu te voorkomen dan wel te verminderen. De pensioenfondsen worden hierbij ondersteund door de overheid, ngo’s en vakbonden en hun (lokale) partners. Doordat deze partijen hun kennis en ervaring delen, krijgen pensioenfondsen meer inzicht in de landen en sectoren waar zich risico’s als mensenrechtenschendingen of milieuschade voordoen. Daardoor kunnen pensioenfondsen hun invloed aanwenden om de ondernemingen waarin zij beleggen te stimuleren om de risico’s aan te pakken. 

Breed en diep spoor

Het convenant kent twee sporen: een breed en een diep spoor. 


Het brede spoor heeft als doel dat alle deelnemende pensioenfondsen de afspraken van het convenant integreren in hun beleid en beleggingspraktijk. Deze afspraken zijn gebaseerd op de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen en de UN Guiding Principles on Business and Human Rights (UNGP’s). In het brede spoor wordt instrumentarium ontwikkeld en kennis gedeeld op het gebied van due diligence.


Het diepe spoor is optioneel voor pensioenfondsen die een stap verder willen gaan. Aan dit spoor nemen twaalf pensioenfondsen deel. Samen met de overheid, vakbonden en ngo’s werken zij aan zes concrete casussen. Het doel is om uit de casussen lessen te trekken voor alle pensioenfondsen. De casussen zijn gericht op kwesties die zo complex of groot zijn dat pensioenfondsen die niet in hun eentje kunnen oplossen, maar waar samenwerking mogelijk wel een oplossing biedt. Bijvoorbeeld door de invloed (leverage) van pensioenfondsen te vergroten of door de dialoog aan te gaan met een onderneming, cluster of subsector van ondernemingen in een specifiek land.

Wat is due diligence?

Due diligence staat voor ‘gepaste zorgvuldigheid’. Het is een proces waarin bedrijven de daadwerkelijke en potentiële negatieve gevolgen van hun handelen identificeren, voorkomen en verminderen en ook verantwoording afleggen over hun aanpak. Dit proces is integraal onderdeel van het besluitvormingsproces van bedrijven. Het due diligence-proces en de ondersteunende maatregelen bestaan volgens de OESO-richtlijnen uit zes stappen:
1.    Integreren van MVO in beleid en managementsystemen
2.    Identificeren en analyseren van risico’s (negatieve impact) voor samenleving en milieu
3.    Voorkomen en verminderen van (potentieel) negatieve impact
4.    Monitoren van de implementatie en de resultaten
5.    Communiceren over de aanpak en resultaten
6.    Zorgen voor herstel en verhaal.

Figuur 1 Het due diligence-proces & ondersteunende maatregelen

Organigram

Organisatie en bestuur 

Het convenant heeft vier geledingen: pensioenfondsen (inclusief de Pensioenfederatie), ngo’s, vakbonden en overheid. Alle geledingen zijn vertegenwoordigd in de stuurgroep en de alle werkgroepen. De stuurgroep wordt voorgezeten door een onafhankelijke voorzitter. Een onafhankelijke monitoringcommissie houdt toezicht op de voortgang van het convenant en doet hierover jaarlijks verslag.


De SER faciliteert het proces om de doelen van het convenant te verwezenlijken en voert het secretariaat. De SER doet dit ook voor andere IMVO-convenanten in andere sectoren, waaronder de verzekeringssector. De ervaringen en lessen vanuit de verschillende convenanten worden gedeeld en benut. Figuur 1 geeft het organogram weer van het Convenant IMVB Pensioenfondsen.

Figuur 2 Organogram Convenant IMVB Pensioenfondsen (per 31 december 2021)

Organigram

Rol overheid, vakbond en ngo’s

De overheid, vakbond en ngo’s hebben binnen het convenant een onafhankelijke, kritische en constructieve rol. De overheid zet zich bijvoorbeeld actief in voor economische IMVO-diplomatie. Zij betrekt de ambassades om kennis van lokale omstandigheden te benutten en draagt het convenant internationaal uit tijdens fora en in bilaterale gesprekken. Ook heeft zij een voorbeeldfunctie op het gebied van MVO, bijvoorbeeld als het gaat om staatsdeel­nemingen en exportkrediet­verzekeringen. Vakbond en ngo’s delen hun kennis en expertise op specifieke ESG-thema’s. Zij ondersteunen verzekeraars bij het ontwikkelen van thematisch beleid en zetten hun lokale netwerken en contacten in om verzekeraars van actuele informatie te voorzien. Ook dragen zij bij aan de prioritering en aanpak van risico’s en aan het overleg over verbetering van de situatie van benadeelden. Partijen geven hun verantwoordelijkheid voor het convenant daarnaast praktisch vorm door vanuit elke geleding voorzitterschap van de werkgroepen op zich te nemen.