Jaarrapportage 2021-2022

& eindrapportage vijf jaar samenwerking

Convenant Verantwoord Goud  |  September 2022

Resultaten van het Convenant Verantwoord Goud

Vlak voor het beëindigen van het convenant per eind juni 2022, kwamen de stuurgroep en de voorzitters van de diverse taak- en werkgroepen van het convenant bijeen om gezamenlijk terug te blikken op het convenant. Vastgesteld werd in hoeverre de ambities en doelen zoals deze zijn opgenomen in het convenant na vijf jaar zijn gerealiseerd. De belangrijkste uitkomsten zijn onderstaand weergegeven.


Algemeen

Eén van de meest belangrijke en overkoepelende doelen van het convenant betreft dat de partijen beogen een “wezenlijk positief effect te bewerkstelligen in de internationale toeleveringsketen van goud en (mogelijke) negatieve effecten op mensenrechten en/of milieu en biodiversiteit te verminderen. In het kader van dit convenant willen partijen due diligence door individuele bedrijven en gezamenlijke inspanningen bevorderen met als doel negatieve effecten direct te verzachten en bij te dragen aan verhoging van de vraag naar en het aanbod van goud dat onder verbeterde sociale omstandigheden en verbeterde omstandigheden voor milieu en biodiversiteit wordt geproduceerd.” Conclusie van de partijen in het convenant ten aanzien van dit doel is dat de individuele due diligence van de bedrijven betrokken bij het convenant is verbeterd. Dit uit zich in het geleidelijk toenemend aantal bedrijven dat een due diligence rapport publiceerde en de toegenomen kwaliteit van deze rapporten. Tegelijkertijd moet men ook constateren dat de bijdrage aan het verminderen van negatieve effecten ‘on the ground’ (in productielanden) zeer beperkt is geweest. Deze bijdrage beperkt zich tot het geven van input aan het ‘Oeganda Project’ en het afgegeven commitment van een aantal bedrijven aan het book & claim model voor goud afkomstig van kleinschalige goudwinning. Naast het Uganda project, zijn concrete cijfers ten aanzien van andere specifieke doelen in het convenant over o.a. het aantal mijnwerkers of kinderen die positief zijn beïnvloed, de kwaliteit van water rond productielocaties en de hoeveelheid geproduceerd goud en mijnen werkend onder verbeterde sociale en/of milieuomstandigheden, dan ook niet voorhanden.


Samenwerking

Een ander belangrijk uitgangspunt van het convenant was dat partijen streefden naar

samenwerking bij het vinden en implementeren van oplossingen voor problemen die bedrijven niet zelfstandig kunnen oplossen. Partijen constateren dat men hierin slechts ten dele is geslaagd. Aan de ene kant is de kwaliteit en frequentie van de dialoog tussen de diverse geledingen in het convenant in de loop der tijd toegenomen. Ook werd geleidelijk steeds meer kennis onderling gedeeld via o.a. workshops, meetings en individuele ondersteuning van bedrijven. Tegelijkertijd is concrete samenwerking van partijen in het convenant en met partijen buiten het convenant vaak uitgebleven. Dit kwam o.a. door het ontbreken van gezamenlijke doelen en een gevoelde ‘mismatch’ tussen betrokken partijen. Buiten het geven van input aan het Oeganda Project zijn dan ook geen gezamenlijke initiatieven of pilots geïnitieerd die de basis hadden kunnen vormen voor repliceerbare en schaalbare projecten.


Vergroten van collectieve invloed

Het geconstateerde gebrek aan samenwerking binnen en buiten het convenant heeft er helaas ook toe geleid dat een ander belangrijk doel van het convenant, namelijk dat partijen de collectieve invloed van het convenant zouden kunnen vergroten, niet heeft gerealiseerd. Dit ondanks de vele pogingen die zijn gedaan om extra maatschappelijke organisaties en bedrijven bij het convenant te betrekken en samen te werken met andere standaarden en initiatieven die betrekking hebben op duurzame goud- en mineralenwinning. Tijdens het convenant werden wel succesvolle initiatieven gestart maar dit waren vaak individuele activiteiten van bedrijven, maatschappelijke organisaties of de overheid betrokken bij het convenant en niet van partijen gezamenlijk.


Due Diligence

Eerder werd al vermeld dat de due diligence uitgevoerd door bedrijven in de loop der tijd is verbeterd. T.a.v. de specifieke doelen in het convenant die betrekking hebben op de diverse stappen in het due diligence proces, constateren partijen dat dit met name betrekking heeft op het due diligence beleid van bedrijven, hun interne managementsystemen, en hun publieke rapporten. Verbeteringen bij het doen van due diligence door bedrijven is uiteraard nog mogelijk. Dit betreft met name het creëren van transparantie door bedrijven t.a.v. hun specifieke risico’s en impacts en de wijze waarop en mate waarin deze worden geadresseerd.


Om de due diligence activiteiten van bedrijven te ondersteunen en stimuleren, zijn in het convenant ook doelen opgenomen voor de brancheorganisaties actief in het convenant. Partijen constateren dat de brancheorganisaties hebben voldaan aan het doel dat betrekking heeft op het ontwikkelen en verspreiden van een gedragscode onder hun leden. Ook constateren zij echter dat ondersteuning van de brancheorganisaties bij de implementatie van en toezicht op de opvolging van deze gedragscode heeft ontbroken.


Ook voor de overheid zijn activiteiten opgenomen om due diligence activiteiten van bedrijven te ondersteunen. Partijen constateren dat de Nederlandse overheid het doen van due diligence door bedrijven op verschillende manieren bevordert. Als een bedrijf bijvoorbeeld aanspraak wil maken op subsidies en leningen om hun internationale activiteiten te bevorderen, of mee wil op handelsmissie, moet dat bedrijf laten zien dat zij de OESO-richtlijnen onderschrijft. Ook hanteert de overheid de zogenaamde Internationale Sociale Voorwaarden (ISV), die vereisen dat leveranciers van de overheid in bepaalde risicocategorieën due diligence toepassen. Partijen constateren dat in algemene zin vooruitgang is geboekt door de overheid maar merken ook op dat zicht en voortgang ten aanzien van de concrete impacts van de genoemde overheidsmaatregelen nog vaak ontbreekt.