Jaarrapportage 2021-2022

& eindrapportage vijf jaar samenwerking

Convenant Verantwoord Goud  |  September 2022

Reflectie van de Stuurgroep

Het IMVO Convenant voor de Goudsector werd op 17 juni 2017 afgesloten, en eindigde eind juni 2022. De stuurgroep kijkt via onderstaande reflectie terug op vijf jaar samenwerking.

De onderhandelingen, rond de totstandkoming van het convenant, verliepen moeizaam. Niet alleen vanwege het proces, ook vanwege de inhoud. De betrokken maatschappelijke organisaties en de overheid wilden zich met name richten op het verminderen van de impacts in de mijnbouw. Bedrijven en sectororganisaties brachten juist naar voren dat het goud dat door hen wordt gebruikt vaak gerecycled werd en dat daarmee invloed op de mijnbouw beperkt was. Dit verschil in uitgangspunten deed de vraag ontstaan welke impact mogelijk was, en welke ambities daarbij hoorden. Uiteindelijk werd besloten om de opgenomen due diligence activiteiten voor deelnemende bedrijven aan te vullen met een tweetal gezamenlijke activiteiten: de outreach naar internationale en nationale partners zodat het aantal ondertekenaars kon worden vergroot naar 40, en het opzetten van impactprojecten. Hierdoor werden de verschillende partijen het uiteindelijk binnen drie maanden eens over de doelstellingen en kon het convenant ondertekend worden.


Naast de Algemene Leden Vergadering, waarin alle ondertekenaars volgens afspraak twee keer per jaar bij elkaar kwamen, werd vervolgens een Stuurgroep geformeerd die elke twee maanden overlegde en waar de dagelijkse beslissingen genomen werden. Aanvankelijk werden hierin vertegenwoordigers van de bedrijven, de maatschappelijke organisaties en het ministerie van Buitenlandse Zaken verkozen. Daarnaast werden drie werkgroepen opgezet: één om due diligence-activiteiten van bedrijven te monitoren en te ondersteunen, één voor de uitbreiding van het aantal deelnemers en partners van het convenant (outreach), en één voor impactprojecten in de goudketen. Tussentijds werd een evaluatie van alle IMVO-convenanten uitgevoerd door het KIT. Die was positief over een aantal elementen van het goudconvenant, zoals de Code of Conduct die door de brancheverenigingen FGZ en NGG voor hun leden ontwikkeld was, maar zag ook dat op een aantal andere terreinen verbetering nodig was om de gestelde doelen te realiseren. Om meer doelgericht te kunnen werken, werden daarom de meest urgente zaken ondergebracht bij drie nieuwe taakgroepen: één voor ondersteunen van en vermarkten van ASM-goud, één voor het identificeren en benaderen van smelters en refiners, en één voor het stimuleren van recycling in de elektronicasector. Alle drie de taakgroepen hebben concrete resultaten opgeleverd, alhoewel minder dan beoogd. Dit was mede te wijten aan de coronacrisis. De online vergaderingen leenden zich minder goed voor het samen bedenken van oplossingen. Daarnaast was vooral de juwelierssector druk bezig met overleven nu hun zaken een aantal maanden gesloten waren.


Terugkijkend signaleerde de stuurgroep dat de volgende factoren het succes en de samenwerking binnen het goudconvenant bepaalden:


Het goudconvenant was een klein, maar ook divers convenant. Dit gold met name voor de deelnemende bedrijven. Er participeerden twee brancheverenigingen, juweliersketens, recyclers, een enkele aanbieder van goud maar ook een groot bedrijf als Philips. Deze diversiteit maakte het lastig om iedereen op één lijn te krijgen waar het gezamenlijke activiteiten betrof. Dit leidde ertoe dat de actieve kern van het convenant door een kleine groep deelnemers vorm gegeven werd. De roulatie in de stuurgroep, oorspronkelijk was afgesproken dat de vertegenwoordigers elke twee jaar zouden wisselen, bleef daardoor zeer beperkt. Terugkijkend is het ‘managen’ van een convenant misschien wel wat zwaar geweest voor deze kleine heterogene groep. In de loop van de termijn taande daardoor het enthousiasme. De coronacrisis versterkte deze tendens, omdat fysieke bijeenkomsten niet mogelijk waren en veel deelnemers andere prioriteiten hadden.


Ook speelde het een rol dat er bij een aantal betrokken organisaties nauwelijks sprake van ervaring was met het werken in multi-stakeholder coalities, en was ook de kennis over due diligence beperkt. Eén van de winstpunten van het convenant was een beter begrip van elkaar. Bedrijven kregen waardering voor de activiteiten van de maatschappelijke organisaties bij ASM-mijnen, terwijl de maatschappelijke organisaties de sector beter leerden begrijpen. Partijen die elkaar eerder niet troffen, ontmoetten elkaar via het platform dat het convenant bood. Dit leidde tot nieuwe samenwerkingen. Voorbeelden zijn samenwerkingen tussen Aunexum en Solidaridad en tussen Closing the Loop en Hivos/ SCL.


Ook was het positief dat bedrijven en andere stakeholders, middels zogenaamde scorecards, meer inzicht kregen in de stand van zaken over due diligence per deelnemend bedrijf. Hierdoor kon men eenvoudig vaststellen waar en hoe verbetering mogelijk was. Een jaarlijks due diligence survey en aanbevelingen van de werkgroep due diligence hielp bedrijven hierbij. Desondanks is bij de meeste bedrijven nog veel vooruitgang mogelijk. Dit geldt ook voor de brancheverenigingen ten aanzien van het distribueren van de Code of Conduct onder hun leden en het monitoren van de implementatie hiervan.


Samenvattend, niet alle doelstellingen zijn gerealiseerd, maar het goudconvenant heeft wel degelijk iets opgeleverd. Het convenant bracht partijen van een geheel verschillende aard bij elkaar, in een sector met een beperkte schaalgrootte en met beperkte capaciteit. Het bouwen aan relaties en vertrouwen kostte veel tijd en de energie nam tegen het einde van de looptijd van het convenant af. Toch is het begrip toegenomen en zijn er op deelgebieden resultaten bereikt en nieuwe initiatieven ontplooid. Deze dragen zeker bij aan de bewustwording van het belang van de bescherming van milieu en mensenrechten in de toeleveringsketen van de goudsector.