Jaarrapportage 2018-2019 | September 2019

Samenwerken voor leefbaar loon

Jordy van Honk, programmadirecteur IDH, The Sustainable Trade Initiative:
‘Hoe overbruggen we het verschil tussen minimumloon en leefbaar loon?

Leefbaar loon is een van de prioritaire thema’s binnen het Convenant Voedingsmiddelen. IDH, The Sustainable Trade Initiative, ondersteunt partijen bij het maken van concrete afspraken om gezamenlijke doelen te bereiken. Volgens Jordy van Honk, programmadirecteur bij IDH, is de invloed van partijen individueel beperkt.

‘Door samenwerking en innovatie willen wij bereiken dat mensen die op plantages werken een loon verdienen waar zij en hun gezin van kunnen leven. Veel arbeiders verdienen een minimumloon, maar dat ligt vaak onder een leefbaar loon. Daar zit een probleem. Dat erkennen de meeste partijen in de keten nu gelukkig ook. De vraag is: hoe overbruggen we het verschil tussen minimum loon en leefbaar loon? 


Afnemers weten meestal niet waar hun voedselwaren precies vandaan komen, welke stappen zij (kunnen) zetten om tot leefbaar loon te komen, en wat werknemers op plantages bijvoorbeeld verdienen. Om realistische doelen te stellen, moet je eerst berekenen wat het verschil is tussen het huidige loon en een leefbaar loon. Dat kan bijvoorbeeld met de “IDH Salary Matrix”. Daarin worden de kosten voor onder andere onderwijs, gezondheidszorg en vervoer in een specifiek gebied meegenomen. Ook ontwikkelen we nu binnen IDH een Sustainable Procurement Kit, waardoor er meer inzicht komt hoe het inkoopbeleid van een bedrijf het leefbaar loon van de leverancier z’n werknemers beïnvloedt. Verder is het belangrijk om inzicht te krijgen in voedselketens en de voortgang naar een leefbaar loon te monitoren. Daarom is het maken van afspraken tussen alle individuele partijen in de keten essentieel. 


Er zijn diverse manieren om het verschil met het leefbaar loon te overbruggen, en dit is sterk afhankelijk van de grootte van het verschil en de lokale context. Wij zien veel kansen in duurzame inkooppraktijken waarbij een langere termijn relatie wordt aangegaan en de kosten van het toewerken naar een leefbaar loon worden gedeeld in de keten. Een uitdaging daarbij is dat het veel voorkomt dat bijvoorbeeld een Nederlandse supermarkt slechts een klein percentage van de totale oogst van een plantage inkoopt, terwijl het grootste deel van deze oogst wordt ingekocht door internationale partijen die niet bij het convenant zijn aangesloten. De invloed die een supermarkt heeft, is dan relatief beperkt. Met die internationale partijen, zoals ook Britse en Duitse supermarkten, zijn wij als IDH wel al het gesprek aangegaan. Als we internationaal gaan, kunnen we de impact enorm vergroten. Ook is het van belang om de markt in balans te houden. Dat kan door zoveel mogelijk productielanden in de overgang naar een leefbaar loon mee te nemen. 


Vaak zijn bedrijven elkaars concurrenten, maar als het om de verduurzaming van de keten gaat en het aanpakken van risico’s op het gebied van mensenrechten, milieu en dierenwelzijn, kunnen bedrijven zeker dingen samendoen. In gesprek gaan met lokale overheden en vakbonden bijvoorbeeld, om zicht te krijgen op wat er lokaal speelt en wat er moet veranderen. Als we erin slagen om met nationale én internationale partijen concrete afspraken te maken, kunnen we de impact op de levensstandaard voor mensen op plantages enorm vergroten.’